De 5 kilometer

Wat maakt de 5km nou zo’n mooie afstand? Het is een bijzondere kunst om de 5km te beheersen: je stopt je vingers tussen de deur en met elke wordt die deur steeds iets verder dicht getrokken. Het kan zoveel pijn doen dat je eraan moet toegeven, maar bij een echt goede 5km, trap je die deur na 3 tot 4 km in en breek je er doorheen. Het is een fysieke, maar zeker ook een mentale strijd. Soms tegen de klok, soms ook tegen direct concurrenten.

De 5km is een afstand waar het simpelweg alle kanten op kan gaan. Het kan voor je gevoel eindeloos duren als je een off-day hebt, maar het kan ook zo voorbij gaan. De spanning voorafgaand aan de wedstrijd. Je moet vanaf het begin van de wedstrijd scherp zijn en in de goede groep zitten om je PR aan te vallen. Het heerlijke gevoel als je bij je concurrenten in de groep loopt, de pijn waarmee je benen langzaam worden gevuld en de tactische strijd die zich ontbindt: wie lopen er voor een snelle tijd en wie lopen er voor een goede klassering? Dan versnelt iemand uit de groep: binnen een seconde moet je reageren: voelen de benen goed genoeg om mee te gaan? Houd je dat tempo wel vol tot de finish? En dan de befaamde vierde kilometer van je race: als je hier goed doorheen komt zonder verval, dan ligt die topprestatie voor het oprapen. In die vierde kilometer wordt het veld uiteen getrokken en onderscheiden de mensen met een topdag zich van de mensen met een goede of normale dag. De laatste kilometer pers je het laatste beetje energie wat nog in je lichaam ergens verstopt zit eruit, op weg naar de finish. Wetend dat het niet zo lang meer duurt, ga je door totdat je over de finish bent. Daar kijk je je eindtijd en weet je of je de beste versie van jezelf was. Of is er misschien nog iets te schaven op weg naar een betere tijd?

Op het moment van schrijven, juni 2025, zit ik midden in mijn seizoen met veel 5km wedstrijden. Van april tot en met eind juni zullen dat er 7 zijn. Deze zullen niet allemaal evenveel prioriteit krijgen, maar het geeft wel een eerste punt aan wat mooi is: in 3 maanden tijd, kan je vaak racen. Heel veel laten zien wat je kan en er is dus ook ruimte om een keer een slechte dag te hebben: bij de volgende race, die vaak al binnen een paar weken is, kan je jezelf weer revencheren. Naast het fysieke heb ik in deze periode ook al een aantal mentale tactieken geprobeerd. 

Ook dit seizoen heb ik alweer een paar scenario’s meegemaakt. De eerste wedstrijd (wielenloop) was voor mijn gevoel wel een valse start: ik had hiervoor al een tijd geen wedstrijden gelopen en ik ging op gevoel wel hard van start, met de nummer 1 mee. Na het zien van de tijden van vorig jaar had ik de gedachte: maar als ze deze tijden lopen, rol ik heel het veld wel op. Ik ging er, ook omdat ik niet wist hoe goed ik was, redelijk blanco in qua race verder. Al binnen 2 km moest ik de nummer 1 laten gaan omdat ik voelde dat het nog een heel eind ging worden. Omdat ik er dus heel blanco in was gegaan en echt had verwacht dat ik wel ‘even’ ging winnen, kwam het extra hard aan. Ik had eigenlijk geen idee wat ik moest doen of denken en zo liep ik daar redelijk verdwaald door de wijken van Rosmalen rond. De snelste en de langzaamste kilometer verschilde uiteindelijk 27 seconden! Eindtijd: 17:25. 

Hoe anders was het 3 weken later in Doetinchem tijdens de 5x5km van Argo. Een gezellige estafette in de Achterhoek waar ook nog eens heel snel wordt gelopen. De instelling waarmee ik de wedstrijd in ging was: het maakt niet uit wat ik tegenkom, ik ga zo snel mogelijk naar de finish. Ik had het hele parcours verkend, totaal de helft onverhard met wat zand stukken en in de laatste kilometer een haakse bocht gevolgd door een stuk weiland. ‘Gewoon door rammen’ was mijn mantra deze wedstrijd. De eerste 2km wind tegen achter 2 mannen aan die me tegen de wind in hielpen. Daarna begon het wel wat meer pijn te doen, maar het fijne asfalt en de wind in de rug hielpen enorm. Die laatste kilometer kwam ik ook goed door, mede omdat ik wist dat ik goed bezig was en misschien al wel op PR jacht! Dit zorgde er mede voor dat hier het verschil tussen mijn snelste en langzaamste kilometer slechts 5 seconden was! En de tijd: 16:29! Ik heb zelf 4.93km gemeten, maar omdat het voor de helft onverhard was, denk ik dat het wel in de buurt komt van wat ik op een ‘echte’ 5km zou kunnen. Mede die mentale voorbereiding op deze wedstrijd heeft me voor mijn gevoel enorm geholpen: ik wist dat die pijn zou komen en heb die omarmd en doorgelopen. 

Zo kan ik eindeloos doordenken over 17 minuten hardlopen: wat ging goed? Waar kan ik verbeteren? Het fijne aan veel races lopen is ook de ervaring die je opdoet: wedstrijden lopen is een vaardigheid die je traint door veel te doen. Elke wedstrijd word je weer beter als je lessen trekt uit vorige wedstrijden. En omdat je die lessen vrij snel daarna weer kan implementeren in een nieuwe wedstrijd kan je ook snel weer verbeteren. En het belangrijkste van alles: het is gewoon enorm leuk om een wedstrijd te lopen. Omringd door allerlei gekkies die hetzelfde leuk vinden: zichzelf uitdagen en lekker buiten zijn. Op weg naar de beste versie van jezelf te worden. En ja, het is zwaar en ja, het doet pijn. Maar als het makkelijk was geweest, had het niet zoveel voldoening gegeven.

Zoveel pijn kan het doen ;)